We vertrokken na een regenachtige nacht al vroeg in de morgen naar De Heen. Opeens hield de regen zowaar op en kwam de zon. De hele dag bleef het mooi zonnig. Na het doorrijden van het hele dorp De Heen - is ongeveer een straat groot - kwamen we bij het mooie Taverne de Uitkijk waar onze drie ritmeesters Henk, Cees en Huib ons al op stonden te wachten.
Gezellig gezeten aan de koffie met verse apfelstrudel en slagroom kwamen de verhalen al snel los en zagen we telkens weer een Traction het pad op rijden. In totaal waren we met 21 auto's en 45 personen. Nadat ritmeester Cees ons duidelijk maakte dat we toch echt over een stuk onverhard moesten - geen ontkomen aan - begonnen we in ganzenpas aan de rit.
Na de eerste kilometers was het zover, jawel hoor een heerlijk modderpad waar we lekker om de kuilen heen mochten sturen. 3 Keer raden wat die 21 Tractionisten op zondag gaan doen...
We maakten even een stop bij een oude sluis van het Bovensas. Vroeger was dit buitendijks gebied en hadden de sloten nog getijde stroming. De sluisjes bij Steenbergen werden aangelegd voor het bietentransport naar Roosendaal. Een van de bewoners van dit afgelegen gebied had ons zien aankomen, en omdat hij zelf citrofiel is kwam hij snel met zijn Eend naar ons toe om een praatje te maken. De Eend werd door ons ook bewonderd. Ze had volgens de eigenaar een van de eerste 123 ontstekingen en liep als een zonnetje.
Weer een stuk verder kwamen we bij Klundert aan, waar een lunch voor ons klaar stond in het Vlas en Suikermuseum. We werden hartelijk ontvangen door de vrijwilligers die het museum runnen. De groep werd in tweeën gedeeld en we gingen eerst 'het vlas in'. Theo van de Luytgaarde had vele jaren in het vlas gewerkt en legde ons stap voor stap het proces uit van zaaien, oogsten en verwerken. We zagen hoe langer hoe meer 'martelwerktuigen' waarmee de vezels van het vlas werden bewerkt. Als je zag hoe dat vroeger ging, dacht je al snel hoeveel vingers en armen hier verloren moeten zijn geraakt. Ronddraaiende messen, aandrijfbanden, persrollen, je kon op wel 10 manieren je lichaam een beetje inkorten.
Met wat rode ogen van de stofallergie kwamen we uit het vlas en gingen naar het zoet. Daar kregen we een verhaal over de suikerbiet en het suikerriet. Het begon met suikerriet dat in Polynesië groeide en als proviand werd meegenomen op ontdekkingstochten. Vandaar groeiden de stekjes in Azië tot een veelgebruikte soort grondstof. De Engelsen hadden later de suikerriethandel in handen, en dus wilde Napoleon zelf suiker telen. De suikerbiet werd gespot als mooi alternatief. Door het veredelen van de oorspronkelijke langwerpige biet met een laag suikergehalte, werd de ronde biet (als een tol) ontwikkeld. Deze vind je nu in grote getale op de West-Brabantse klei, om vervolgens na een bietencampagne tot suiker en veevoer te worden verwerkt.
Nu we zowel geestelijk als lichamelijk weer helemaal bij waren, werden de motoren gestart om de laatste etappe te volbrengen. Langzaam veranderde het landschap van de weidsheid van de polder in een afwisselend coulisselandschap. Onderweg werd gezwaaid en getoeterd naar de kinderen die vol verbazing al die oude auto's voorbij zagen rijden.
Eindpunt was restaurant Avalon in de buurt van Bergen op Zoom. Gelegen aan een mooie zandverstuiving met een geweldig uitzicht een mooie stek om neer te strijken. De keukenploeg had zich goed van haar taak gekweten, want al rap werd de hete snert uitgeserveerd met een lekker stuk roggebrood en spek. Dat ging er wel in na deze tocht van 70 kilometer! En voor wie er nog honger had was er nog veel meer snert. Voldaan hoorden we dus het dankwoord van Rolf van der Zande aan, die de drie organisatoren nog eens hartelijk bedankte voor al het moois dat we deze dag hadden gezien en ervaren.
Mannen het was een schitterende rit, bedankt!
Marc Vos
Met dank aan Leontien van Eijk voor de foto's
Onderstaand filmpje van H.A. Melis vonden we op youtube
{gallery}tanzuid/ritten/snertrit2010{/gallery}